Bezwaar tweede Giga-windmolen

18 April 2025

Niet vergeten spaghettifestijn vrijdag 25 april. Schrijf je snel in. Zie onderaan nieuwsbrief. Tot dan....

Beste lezer,

Consequent met ons bezwaar tegen de turbine van Aspiravi (Anker/Gijzenzele), dient Groen Oosterzele ook een bezwaarschrift in tegen de geplande plaatsing van een tweede giga-windmolen, ditmaal door de firma STORM, vlakbij de Volkershouw (Wetteren) en de Kleistraat (Oosterzele). Deze tweede turbine komt nog dichter bij bewoning (~300 meter) en vlak naast beschermd bosgebied (~200 meter).

Laat er geen twijfel over bestaan: Groen staat pal achter windenergie en de dringende noodzaak van de energietransitie. Maar snelheid mag geen excuus zijn voor slechte ruimtelijke keuzes. Ook hernieuwbare energieprojecten moeten duurzaam, doordacht en mensvriendelijk zijn. Wat hier gebeurt, is dat een privébedrijf een gigaturbine van industriële proporties plant, zonder garanties op een goede inpassing of maatschappelijk draagvlak.

In een dichtbevolkte regio als Vlaanderen zijn de effecten van zulke gigantische windmolens op gezondheid, leefomgeving en natuur nog veel te weinig onderzocht. Toch dendert de vergunningstrein verder, zonder rem of reflectie. Vlaanderen heeft nood aan een degelijk en aangepast wettelijk kader voor deze giga-windmolens, vóór er nog maar één extra vergunning wordt afgeleverd.

Ook voor de lokale politiek zijn hier enkele belangrijke lessen uit te trekken:

- Zonder inspraak direct van bij de start, is er geen draagvlak voor dergelijke projecten. Omwonenden moeten onmiddellijk goed geïnformeerd en betrokken worden. Dergelijke gewichtige dossiers zouden bovendien eerst op de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) en de Milieu- en Natuurraad (MINA) moeten komen.
- De lokale besluitvorming is nu veel te ad hoc en niet transparant. Er moet ook lokaal dringend een objectief onderbouwd afwegingskader komen om dergelijke aanvragen te evalueren. De aanvragen zullen namelijk blijven komen. We stelden dit reeds voor op de gemeenteraad van januari.

Groen Oosterzele is voor mens én milieu. Voor een energietransitie die écht duurzaam is.


Bezwaarschrift 

We steunen voor onze bezwaren hoofdzakelijk op het Project-MER PR3680 Incl. lokalisatienota opgemaakt door SWECO in opdracht van Storm 74 BV. Onze bezwaren hebben betrekking op het ontbreken van afdoende informatieverstrekking en inspraak, de slechte ruimtelijke inpassing, tekortkomingen binnen de discipline biodiversiteit en het opdelen van een vergunningsaanvraag in deelaanvragen (“saucissonering”):

1. Informatieverstrekking, inspraak en lokaal draagvlak

De windturbine in de huidige aanvraag is in omvang en grootte van een heel ander niveau dan de turbines die tot op heden vergund en geplaatst werden. Met 232 meter behoort ze tot de zogenaamde giga-windturbines zoals er nog maar een staat in gans Vlaanderen (turbine bij Renewi in de Gentse haven).

Er werd door de firma Storm dan ook wellicht bewust weinig ruchtbaarheid gegeven aan de omgevingsvergunningsaanvraag. Er werd een kort infomoment georganiseerd in Oosterzele op 28 November 2024 in Gijzenzele (Oosterzele), waarvan maar weinig inwoners op de hoogte waren. Het verplichte infomoment in het kader van het project-MER op 1 april 2025 vond dan weer plaats in Wetteren. De inplanting van de WT mag dan wel grondgebied Wetteren zijn, de locatie grenst echter aan de wijk Anker, dat deel uitmaakt van grondgebied Oosterzele. We vernamen ook van vele omwonenden dat de uitnodiging laattijdig en onorthodox verdeeld werden. Zo werden flyers niet gebust, maar veelal haastig over de afsluiting gegooid. Voor de weinige omwonenden die de uitnodiging effectief onder ogen kregen, was bovendien de grootte van de turbine helemaal niet duidelijk. Hiervan werd namelijk geen melding gemaakt in de uitnodiging.

Desondanks deze gebrekkige informatieverstrekking, is na verloop van tijd de ware aard van de aanvraag echter doorgedrongen en hebben omwonenden zich verenigd in hun protest tegen dit project dat de leefbaarheid van de wijk bedreigt. Ondertussen heeft ook het gemeentebestuur van Oosterzele beslist bezwaar in te dienen tegen de aangevraagde omgevingsvergunning.

Uit bovenstaande mag blijken dat er heel wat vraagtekens te plaatsen zijn bij hoe de informatieverstrekking en inspraak verlopen zijn, hetgeen geleid heeft tot een totaal gebrek aan lokaal draagvlak.


2. Ruimtelijke situering in kader van Omzendbrief OMG/2024/117

In sectie 4.2.2.1. van het project-MER wordt een inschatting gemaakt van de ruimtelijke situering van de WT in het kader van bovenvermelde omzendbrief, meer bepaald de hierin gebruikte drietrapsladder.

Er wordt in het project-MER beschreven dat WT voldoet aan trap 2, “waarbij grote turbines kunnen aansluiten bij grootschalige infrastructuren. Het kan gaan om geclusterde of solitaire windturbines. Het clusteringsprincipe (met minimaal drie windturbines) wordt ook hier niet meer aangemerkt als ‘voorkeur’. Voor grote turbines zijn de volgende infrastructuren relevant om ruimtelijk aan te koppelen:
- Andere bestaande grote windturbines. Uitbreidingslocaties van bestaande parken (bijvoorbeeld een 2e en 3e lijnopstelling bij bestaande parken langs lijninfrastructuur) zijn geschikt. Repowering van bestaande turbines is daarbij toegestaan, zelfs indien het grotere turbines betreft.
- Havengebieden en (grootschalige) bedrijventerreinen met landschapsbepalende elementen (veel grote gebouwen, schouwen etc.).
- Markant in het landschap aanwezige lijninfrastructuur zoals bijvoorbeeld 4-vaks gewestwegen of autosnelwegen, af- en oprittencomplexen, kanalen en sluizencomplexen, dubbele spoorlijnen of aansluiting bij hoge infrastructuren zoals 150 KV of 380 KV hoogspanningsleidingen.“

We trekken deze analyse ten zeerste in twijfel. Het is duidelijk dat de wetgever met trap 2 grootschalige industriële omgevingen zoals havens, industriegebeden, of grote logistieke knoppunten bedoelt, waar dergelijke grote turbines inderdaad op hun plaats zijn. De inplanting in huidige aanvraag daarentegen is, hoewel inderdaad gelegen langs de E40, landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied en ligt bovendien vlak bij beschermde natuur. De dichtstbijzijnde woningen liggen op minder dan 300 meter. Habitatwaardig beschermd VEN-gebied ligt op nauwelijks 200 meter. Volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan maakt de locatie deel uit van het zuidelijk openruimte gebied dat van recreatief en toeristisch belang is. Dit is iets heel anders dan de industriële omgeving bedoelt in trap 2 van de omzendbrief.

We stellen dan ook de goede ruimtelijke inpassing van deze windturbine in het kader van Omzendbrief OMG/2024/117 “Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines” in vraag.

3. Bezwaren in kader van discipline biodiversiteit

De afwegingen op het vlak van biodiversiteit schetsen een veel te positief beeld van de potentiële impact van de WT op de omliggende biodiversiteit. Dit wordt ook bevestigd in het negatief advies van ANB.

De WT ligt op nauwelijks 200 meter van habitatwaardige vegetaties in beschermd VEN-gebied (Moortelbos – Oosterzeelse bossen). Er wordt hierbij aangetoond dat bemaling tijdens de aanlegfase duidelijk schade zal aanbrengen aan een aantal zeldzame watergebonden vegetaties.

Ook voor vogels en vleermuizen zijn de inschatting in de MER-studie wel heel erg optimistisch en worden ze niet altijd ondersteund door de eigen argumentatie. De vleermuisinventarisatie geeft bijvoorbeeld aan dat de locatie “vleermuisrijk” is. De uit de literatuur vermelde veiligheidsafstanden zijn daarbij soms groter of overlappen met de effectieve afstand tot de locatie van de turbine. Toch wordt gesteld dat de impact minimaal is. Voor Buizerd wordt dan weer gesteld dat er slechts sprake is van 1 turbine, gelegen op meer dan 2 km van andere turbines. Dit gaat voorbij aan het ontwikkelingsscenario en de ondertussen vergunde turbine van Aspiravi. Zo zitten er heel wat inconsistenties in de bewijsvoering.

Daarnaast hebben we ook twijfels bij de accuraatheid van de gebruikte onderzoeksmethodiek:

- Voor monitoring van de vogelfauna wordt dezelfde studie gebruikt als voor een eerdere vergunningsaanvraag voor een turbine van Aspiravi. Deze heeft echter een meer westelijke inplanting en bevindt zich in een andere omgeving. De meeste monitoringpunten in de studie zijn daardoor gecentreerd rond de locatie van Aspiravi en slechts fragmentarisch rond de locatie van onderhavig project.
- Met betrekking tot kieviten stelt het project-MER dat de locatie niet gelegen is in verwacht broedgebied van deze soort. Dit strookt echter niet met de gegevens die terug te vinden zijn op waarnemingen.be, waar wel degelijk veelvuldige registraties zijn van kieviten in de omgeving. Dit wordt ook bevestigd door informatie verkregen van Natuurpunt Oosterzele en wordt ook gestaafd door (recente) waarnemingen van omwonenden.

Algemeen stellen we ons ook vragen bij het afwegingskader voor biodiversiteit voor dergelijke grote windturbines. De belangrijkste studie die hier gebruikt wordt om de effecten op vogels in te schatten, en hieruit veiligheidsafstanden af te leiden, Everaert et al., dateert van 2015. Deze studie baseert zich dan nog hoofdzakelijk op een vroegere studie van Hötker uit 2006. Het mag duidelijk zijn dat er toen nog geen sprake was van turbines van 230-240 meter hoog. Ook voor vleermuizen zijn de gebruikte studies gedateerd en niet meer up-to-date met de huidige stand van de technologie. Dit is voor ons een grote tekortkoming, die niet alleen speelt bij de afweging van de vergunningsaanvraag van onderhavig project, maar meer algemeen voor dit type “giga-windturbines”.

Op basis van bovenstaande elementen, stellen we dat er een onderschatting wordt gemaakt van de effecten op de lokale biodiversiteit (cfr. negatief advies ANB) en dat de geplande WT onherroepelijke schade zal teweegbrengen aan het natuurlijk milieu.


4. “Saucissonering” van omgevingsvergunningsaanvragen

Op verschillende plaatsen in het project-MER document is het duidelijk dat onderhavige aanvraag oorspronkelijk deel uitmaakte van een gezamenlijke aanvraag met de (ondertussen vergunde) WT van Aspiravi NV (OMV 2024058606) die westelijker gesitueerd is. Dit wordt trouwens ook summier aangegeven in de inleiding van het MER-document.

Hierdoor worden verschillende aspecten in de MER-studie onvolledig of zelfs inaccuraat behandeld. Zo wordt de monitoringstudie voor vogels voor de Aspiravi WT hergebruikt in het huidig dossier van Storm, alhoewel de omgeving waarin deze laatste ingeplant wordt oostelijker en anders van aard is. Op verschillende plaatsen in het document leidt dit ook tot inconsistenties of zelfs ronduit verwarring. Op sommige plaatsen wordt foutief de oude benaming van de Storm WT, namelijk WT02, gebruikt in plaats van de nieuwe naam, WT01 (bijvoorbeeld p 164 onderaan).

Dit heeft ook gevolgen voor de correcte inschatting van de cumulatieve effecten van de verschillende geplande en vergunde WT binnen de ganse windturbinezone. Hoewel de WT van Aspiravi deels aan bod komt (in de stukken “ontwikkelingsscenario”), kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de opsplitsing van beide aanvragen een bewuste tactiek is om de cumulatieve effecten op de omgeving te onderbelichten en zodoende makkelijker een vergunning te bekomen. Ook een correcte inschatting van de barrière-werking (voor vogels en vleermuizen) lijkt ons hierdoor te ontbreken.

Een correcte inschatting van de effecten op de omgeving, ook voor mensen, kan enkel als de ganse windturbinezone en verschillende projectaanvragen als een geheel geëvalueerd wordt. Dat is hier volgens ons niet gebeurd.

 

Indienen van een bezwaarschrift kan nog t.e.m. morgen zaterdag 19 april. Link omgevingsloket.


 

Nog niet ingeschreven voor het spaghettifestijn!?

Doe het nu! Het is een prima gelegenheid om op een ongedwongen manier te praten over windmolens, mobiliteit, je moestuin... kortom, over alles wat je bezighoudt.

Maar kom vooral voor de smakelijke spaghetti, vers gemaakt met bio groentjes, voor kleine en grote eters en zeker ook de veggie variant!

 

Inschrijven spaghettifestijn!